Historica viert in 2019 de invoering van ‘100 Jaar Algemeen Kiesrecht’ met deze speciale uitgave over de strijd voor vrouwenkiesrecht. De vrouwenkiesrechtbeweging kreeg veel medestanders, maar ondervond ook veel tegenstand vanuit alle politieke schakeringen. In de geschiedschrijving is deze strijd verwaarloosd en zelfs voor het juiste herdenkingsjaar in 2019 moest worden gestreden!



In dit themanummer van Historica wordt de vrouwenkiesrechtstrijd vanuit verschillende kanten onder de loep genomen. Hoe paste het vrouwenkiesrecht binnen de politieke discussie over organisch en individueel kiesrecht? Waarom bestreden de socialisten de vrouwenkiesrechtbeweging, terwijl zij wel vrouwenkiesrecht in hun programma’s hadden staan? Wat was de relatie tussen de poging van Aletta Jacobs om zich in 1883 te laten inschrijven als kiezer en de grondwetsherziening van 1887? En hoe snel schakelden alle politieke partijen die in 1917 vrouwen nog bewust hadden uitgesloten van kiesrecht over naar de strijd om de vrouwelijke kiezers?

Ook is er aandacht voor de Nederlandse koloniën waar de strijd na 1919 doorging. Naast deze politieke strijd wil Historica de aandacht vestigen op die vrouwenkiesrechtbeweging als een moderne massabeweging die zich tot in alle haarvaten van de Nederlandse samenleving vertakte. Wie waren die vrouwen die tot in de kleinste gehuchten actief in beweging kwamen voor vrouwenkiesrecht?

 

In dit nummer

/ Inleiding / 

Strijd voor het vrouwenkiesrecht
Mineke Bosch

/ Inhoud / 

2019: Nederland viert het algemeen kiesrecht (m/v). Hoe een eeuwfeest twee jaar werd opgeschoven, op zoek naar de juiste datum

“Arib voelt niets voor vrolijk feestje om mannenkiesrecht te vieren.” Remco Meijer schreef het in de Volkskrant van 4 november 2017 keurig op: het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties had voor het officiële begin van de viering van honderd jaar kiesrecht een feestelijke bijeenkomst georganiseerd. In de Ridderzaal natuurlijk, met koning Willem-Alexander als eregast. Op 12 december 2017, exact honderd jaar na de inwerkingtreding van de grondwetsherziening van 1917. Maar Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib liet er in correspondentie met de verantwoordelijke minister, Ronald Plasterk, geen misverstand over bestaan: het brandpunt van de viering zou niet in 2017 moeten liggen, maar pas in 2019, als herdacht zou kunnen worden dat alle Nederlanders boven de 25 jaar, mannen én vrouwen, actief kiesrecht verkregen. De bijeenkomst op 12 december werd afgeblazen, in stilte. Maar dat kon natuurlijk niet lang stilgehouden worden.
Jeroen de Wildt

Vrouwenkiesrecht tussen individueel en gezinshoofdenkiesrecht, 1815 -1919

In de geschiedschrijving over het Nederlandse kiesrecht in de negentiende eeuw wordt vaak van een aantal aannames uitgegaan. Twee van deze aannames houden wij in deze bijdrage tegen het licht. De eerste betreft de veronderstelling dat het kiesrecht in deze periode alleen aan mannen werd toegekend. De tweede aanname betreft de veronderstelling dat het kiesrecht in de negentiende eeuw een liberaal, individueel karakter had waartegen de confessionelen met hun organisch gezinshoofdenkiesrecht tevergeefs storm liepen. Bij beide aannames kunnen een aantal vraagtekens worden gezet.
Ron de Jong en Peter van den Berg

Het Aletta Jacobs-arrest en de Grondwetswijziging van 1887.  Overwegingen van de commissie Heemskerk ten aanzien van het vrouwenkiesrecht

In een uitspraak van 18 mei 1883, bekend geworden als het Aletta Jacob-arrest, oordeelt de Hoge Raad dat aan de Nederlandse vrouw geen kiesrecht toekomt. De letterlijke tekst van de Grondwet sluit vrouwen misschien niet uit, maar als het in 1848 de bedoeling van de wetgever geweest zou zijn om vrouwen kiesrecht te verlenen, dan zou dit volgens de Raad ondubbelzinnig in de Grondwet zijn opgenomen. Door een kleine verandering in de vernieuwde Grondwet van 1887 is van onduidelijkheden in ieder geval geen sprake meer: vrouwen hebben geen kiesrecht. Wat hebben beide gebeurtenissen met elkaar te maken?
Anne-Marijke Verbakel

Dameskiesrecht en herenkiesrecht. De beweging voor algemeen kiesrecht tegenover vrouwenkiesrecht, 1890-1893

In 1893 besloot het kleine groepje vrouwen dat in Nederland inmiddels drie jaar voor vrouwenkiesrecht had geageerd, om voortaan geen samenwerking meer te zoeken met de beweging voor algemeen kiesrecht. Deze beslissing om een afzonderlijke Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (VvVK) op te richten was er een met verstrekkende gevolgen. De activisten voor algemeen kiesrecht zouden namelijk de VvVK stelselmatig gaan bestrijden vanuit hun nieuwe onderdak, de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij in Nederland (SDAP). Het is daarna nooit meer goed gekomen tussen de twee kiesrechtbewegingen, zodat degenen die de uitsluiting van vrouwen ongedaan wilden maken het moesten doen zonder steun van bondgenoten in de Tweede Kamer. Hoe krijg je wetgeving veranderd als je zelf geen invloed hebt op de samenstelling van het parlement? Toch kozen deze feministen na drie jaar voor de alleingang en de vraag is hoe dat zo is gekomen.
Ulla Jansz

De strijd om de vrouwenstem. Het kiesrecht in het partijpolitieke scenario van 1917 tot 1922

De vrouwenkiesrechtbeweging voerde jarenlang een relatief eenzame strijd. Haar bondgenoten in den Haag, de Vrijzinnig Democratische Bond en de Sociaaldemocratische Arbeiderspartij, hadden het kiesrecht voor vrouwen wel in hun programma staan, maar wensten aan het algemeen kiesrecht voor mannen de voorrang te geven. Toen dit bij de Pacificatie van 1917 zijn beslag kreeg, werd ook de grondwettelijke belemmering voor vrouwenkiesrecht opgeheven. Nadien volgde vijf jaar politiek onderhandelen en manoeuvreren totdat het actief vrouwenkiesrecht ook in de Grondwet kwam en het algemeen kiesrecht in Nederland werkelijkheid werd.
Marianne Braun

/ Genderview / 

Strijd! Genderview Mineke Bosch: het belang van verhalen over de vrouwenkiesrechtbeweging voor (de geschiedenis van) de democratie in Nederland

Mineke Bosch is hoogleraar Moderne Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Zij is de biograaf van Aletta Jacobs en heeft zich opgeworpen als de drijvende kracht achter de viering van honderd jaar vrouwenkiesrecht. Met een tentoonstelling in het Groninger Museum en de publicatie van het boek Strijd! De vrouwenkiesrechtbeweging in Nederland, 1882-1922 geeft zij de strijd voor vrouwenkiesrecht de aandacht die het verdient. Zij is een van de gastredacteuren van deze speciale uitgave van Historica die feestelijk wordt gepresenteerd op de Historicidagen 2019 in Groningen.

Lees hier het interview dat Greetje Bijl met haar had. 

De Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht afdeling Amsterdam in 1897. Een groepsportret.

In 2019 is het niet alleen honderd jaar geleden dat vrouwen in Nederland kiesbevoegd werden verklaard en algemeen kiesrecht ook echt een feit werd, het is ook 125 jaar geleden dat de vereniging werd opgericht die daar 25 jaar lang onafgebroken voor had gelobbyd, geageerd, gepetitioneerd, gedemonstreerd: de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Het is verbazingwekkend, maar de geschiedenis van deze vereniging moet nog altijd geschreven worden. Hoog tijd om onze blik te richten op de beginjaren van die vereniging en te zien wie het waren die zich in de voorhoede van de vrouwenkiesrechtstrijd plaatsten.
Myriam Everard

“Onze karakters verschillen wel veel”. Wilhelmina van Itallie-van Embden en Welmoet Wijnaendts Francken-Dyserinck en hun relatie in de vrouwenbeweging

Wilhelmina van Itallie-van Embden (1870-1959) en Welmoet Wijnaendts Francken-Dyserinck (1876-1956) kenden elkaar van de Vereeniging Onderlinge Vrouwenbescherming (OV) en de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (VvVK). Een welkomstbrief van Van Itallie-van Embden aan Wijnaendts Francken-Dyserinck nadat laatstgenoemde naar Leiden verhuisde – waar Van Itallie-van Embden al woonde – viel echter niet in goede aarde. Hierop reageerde Van Itallie-van Embden met de uitroep: “Onze karakters verschillen wel veel!” Vanwaar deze uitspraak en had het gevolgen voor hun verdere samenwerking?
Agnes van Steen

Santpoortse vrouwen strijden voor kiesrecht.  De ‘Afdeeling Santpoort van de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht’

“Hoe bespottelijk en naar dat de vrouwen niet mogen stemmen”, schreef de Santpoortse Henriëtte de Clercq in 1913 in haar dagboek.1 Henriëtte werd een van de leidende vrouwen in de afdeling Santpoort van de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht. Het zou nog zes jaar duren tot vrouwen actief kiesrecht kregen.
Annette Koster

Van de schommelstoel naar het vrouwenkiesrecht. De strijd voor vrouwenrechten van Nederlandse vrouwen in Nederlands-Indië tussen 1908 en 1919

In veel literatuur over de strijd om het vrouwenkiesrecht in Nederland blijft het feit dat deze strijd zich eveneens overzees afspeelde onderbelicht. In Nederlands-Indië maakten Nederlandse vrouwen zich evengoed hard voor deze zaak. Desalniettemin bestond er een beeld van deze vrouwen als zijnde ‘passief’ en ‘ongeïnteresseerd’. Nederlandse vrouwen in de kolonie zouden hun middagen liever doorbrengen in hun schommelstoel. Dit stereotype heeft zijn weg gevonden naar de historiografie over de vrouwen in Nederlands-Indië. In dit artikel wordt voor de periode tussen 1908 en 1919 in kaart gebracht welke politieke en sociale activiteiten de Nederlandse strijdsters voor het vrouwenkiesrecht in Nederlands-Indië initieerden.
Loes Heiligers en Warda El Shafiy

Honderd jaar vrouwenkiesrecht en het koloniale Koninkrijk der Nederlanden

Dé aanleiding voor dit feestelijk nummer van Historica, honderd jaar vrouwenkiesrecht, is niet van toepassing op een groot deel van het toenmalige Koninkrijk der Nederlanden. De inwoners van de koloniën hadden geen door hen gekozen regering, hoogstens een koloniale raad met alleen adviserende macht. Nederlandse vrouwen die na 1919 naar Indië trokken verloren zelfs hun kiesrecht. Wanneer veroverden vrouwen het kiesrecht in alle gebiedsdelen?
Dineke Stam

‘Als de vrouwen het reveille zullen blazen’. Vrouwenkiesrecht in Suriname?

In 1911 hield de Surinaamse sociaal-democratische activist Rudolph Worst een lezing getiteld ‘Als de vrouwen het reveille zullen blazen!’ Hij was zijn tijd (te) ver vooruit. Pas in 1936 kregen vrouwen in de Nederlandse kolonie Suriname het passieve kiesrecht. Direct werd een vrouw, Grace Schneiders-Howard, in de Surinaamse Staten gekozen, maar haar pogingen tot herverkiezing waren niet succesvol. Dertig jaar later dan in Nederland, in 1948, werden de Staten van Suriname voor het eerst verkozen via algemeen kiesrecht. Toch duurde het tot 1963 tot er weer een vrouw in de Staten werd verkozen. Het is tekenend voor de beperkte invloed van vrouwen en vrouwenbewegingen in de politieke arena in de kolonie Suriname.
Rosemarijn Hoefte

/ Recensies /  

Recensie: Van politieke bacteriën en een rode kakelkip. Honderd jaar vrouwenkiesrecht in twee publicaties
Margit van der Steen


Recensie: Rosa Manus (1881-1942) The International Life and Legacy of an Jewish Dutch Feminist
Antia Wiersma


Losse exemplaren van het speciale extra dikke stemrecht-nummer zijn voor €10,- hier te bestellen.