Het themanummer "Van moeder op dochter of moedermoord?" beoogt nieuwe perspectieven te presenteren op de geschiedenis van vrouwenbewegingen in Nederland en België (1840-2020). In haar inleiding schrijft Margit van der Steen: "Digitalisering, recente inzichten uit genderstudies en politieke geschiedenis evenals maatschappelijke discussies stellen ons in staat nu antwoorden te vinden op voorheen niet te onderzoeken kwesties, nieuwe vragen te stellen en andere invalshoeken te kiezen. Iets van de rijkdom van die mogelijkheden, die ons beeld van de geschiedenis van het feminisme verbreden, willen we hier laten zien. Zo hopen we andere historici te inspireren meer onderzoek te verrichten, nieuwe generaties aan te spreken en het debat te verdiepen."
Voorbij het feest der herkenning. Foute feministen en nieuwe perspectieven op de geschiedenis van vrouwenbewegingen
Hoe mooi zou het zijn wanneer hedendaagse strijders tegen racisme, tegen seksisme, tegen uitbuiting en tegen roofbouw op de aarde samen in het verleden inspiratie konden vinden. Dan zouden historicae pioniers en voormoeders van Nederlands feminisme kunnen presenteren als inspirerend voor iedereen. Een dergelijk ‘onschuldig verleden’ zou geen pijnlijke confrontaties opleveren met fascistische feministes, racisme in de vrouwenbeweging of geborneerd klassenvooroordeel. Het is echter een onhaalbaar ideaal, want net zoals nu was ook vroeger het recht van de één maar al te vaak gebaseerd op de uitsluiting van de ander. Historicae moeten daarom op zoek naar andere definities van vrouwenbeweging, en laten zien dat het verhaal van de één de vergetelheid van de ander betekent.
Berteke Waaldijk
Dr. W.H. Posthumus-van der Goot: voormoeder of intermediair? De metafoor van feministische golven
Door het gebruik van de begrippen ‘eerste’ en ‘tweede’ feministische golf is het beeld ontstaan dat er slechts twee belangrijke fases waren in de geschiedenis van de vrouwenbeweging. Het heersende beeld is dat na 1920 de vrouwenbeweging inzakte, op een kleine opleving in de jaren dertig van de vorige eeuw na, totdat jongere vrouwen aan het einde van de jaren zestig, in de woorden van historica Anneke Ribberink, opstonden uit frustratie omdat ondanks alle opleidingsmogelijkheden hun eindbestemming nog steeds het huwelijk en moederschap was. In dit artikel staat de bekende feministe en econome dr. W.H. (Lilian) Posthumus-van der Goot (1897-1989) centraal, in relatie tot de metafoor van feministische golven.
Antia Wiersma
Intersectionaliteit als kritische benadering en als praxis. Het uitdagen van witte geschiedenissen over vrouwenbewegingen in Vlaanderen na de jaren zeventig
Historiografische benaderingen doorheen de tijd bieden een veelzeggende blik op hedendaagse belangen. Dit artikel focust op de geschiedschrijving van vrouwenbewegingen na de jaren zeventig in Vlaanderen. Het analyseert geracialiseerde uitsluitingsmechanismen binnen de historiografische constructie van wie tot ‘de vrouwenbeweging’ gerekend wordt.
Emma Ydiers
Genderview Julie Carlier: Wetenschappelijk onderzoek is geen vrijblijvende oefening
Julie Carlier is coördinator van het Ghent Centre for Global Studies aan de vakgroep Conflict- en Ontwikkelingsstudies van de Universiteit Gent. Zij is historica van opleiding, gespecialiseerd in de geschiedenis van feminisme. Julie Carlier promoveerde in 2010 in Gent op het proefschrift ‘Moving Beyond Boundaries: An Entangled History of Feminism in Belgium, 1890-1914’. Ze maakt deel uit van het feministische collectief dat sinds 2017 de Vrouwenstaking organiseert aan de Universiteit Gent.
Lees hier het volledige genderview dat Greetje Bijl met haar had.
De slavernij der vrouw. J.S. Mill en het feministisch discours in de negentiende eeuw
De uitgave van John Stuart Mill’s The Subjection of Women in 1869 was een sleutelmoment in de wereldgeschiedenis van het eerste golffeminisme. In Nederlandse kranten en tijdschriften werd Mill’s tekst echter vooral aangehaald om zijn bewering dat vrouwen leefden in een staat van slavernij, en om de historische parallel die hij trok met de afschaffing van de slavernij – niet om zijn liberale argumenten. De receptie paste daarmee binnen een grensoverschrijdende discussie over de ‘vrouw-slaafvergelijking’. Deze casestudy toont de waarde van nauwlettende aandacht voor de taal waarin het debat over de vrouwenkwestie gevoerd werd: aandacht die digitaal tijdschriftonderzoek mogelijk maakt.
Sophie van den Elzen
“… op haar drukt de slavernij dubbeld zwaar”. Hoe de anti-slavernijbeweging witte vrouwen een stem gaf in de politieke sfeer
Vrouwen speelden een belangrijke rol in de antislavernij-beweging. Dit gold niet alleen voor elite-vrouwen, ook vrouwen met een lagere sociaaleconomische achtergrond lieten hun stem horen. Hoe verzetten Nederlandse vrouwen met verschillende sociale posities zich tegen de slavernij en hoe versterkte dit tegelijkertijd hun eigen positie in de politieke sfeer?
Fenna IJtsma, Maartje Joosten en Dineke Stam
“Je had als vrouw al een achterstand, maar als Joodse vrouw nog veel sterker”. Joodse vrouwen in de vrouwenbeweging (1870-1940)
Dat Joodse vrouwen relatief oververtegenwoordigd waren in de vooroorlogse Nederlandse vrouwenbeweging is meermaals aangekaart, zowel door genderhistorici als door onderzoekers van Joodse geschiedenis. Mogelijke verklaringen lopen, naast specifieke persoonskenmerken, uiteen van een bourgeois sociaaleconomische achtergrond, een seculiere levenshouding, een Joodse traditie van emancipatiestrijd, individuele ambitie om sociaal te stijgen en individueel streven naar integratie. Waar eerdere auteurs zich meestal op een beperkte selectie van óf burgerlijke feministen, óf socialistische voorvrouwen, óf leden van de Joodse Vrouwenraad hebben geconcentreerd, brengt dit artikel een diverse groep van 24 Joodse vrouwen voor het voetlicht die op verschillende manieren actief waren voor de vrouwenzaak.
Sietske van der Veen
Het mantelpakkenfeminisme. De vrouwenbeweging in de periode van 1935 tot 1965
De geschiedschrijving van het feminisme wordt voorgesteld door golven. Iedereen kent de eerste en tweede feministische ‘golf’. Maar de metafoor van de golven suggereert dat zich daartussen een dal bevond. Niets is minder waar. Van 1935 tot 1965 was er sprake van een belangrijke feministische periode, die in navolging van Margit van der Steen geëerd wordt met de term mantelpakkenfeminisme. Een outfit van met name chique, vooraanstaande dames. Dit onderzoek behandelt dertien vrouwen waarvan twee koninginnen die voornamelijk op nationaal niveau een wezenlijke rol speelden binnen het feminisme. Het was een strijd die tot grote successen leidde, waarbij gebruik werd gemaakt van specifieke netwerken en strategieën.
Marcelle Buma
“Antimilitarisme is óók vrouwenstrijd”. Feminisme en antimilitaristische vrouwengroepen in Nederland in de jaren tachtig
In de schaduw van de grotere vrouwenorganisaties die in de jaren zeventig en tachtig in Nederland duizenden vrouwen op de been brachten om te strijden voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen, seksuele vrijheid, het recht op abortus en een herverdeling van betaalde arbeid en zorgtaken, waren er in diverse steden ook groepen vrouwen actief die zich met een heel ander thema bezighielden, namelijk de invloed van het militaire systeem op de positie van vrouwen. Deze groepen, die vanuit een feministisch perspectief kritiek uitoefenden op het leger, bewogen zich tussen de vrouwenbeweging en vredesbeweging in en zijn als zodanig binnen de geschiedschrijving vaak tussen wal en schip geraakt. Aan de hand van krantenberichten, pamfletten, artikelen en nieuwsbrieven geeft dit artikel een inkijkje in het reilen en zeilen binnen deze nog onderbelichte feministische actiegroepen en laat het zien dat het feminisme van de jaren zeventig en tachtig zich ook tot het terrein van leger en defensie uitstrekte.
Kim Bootsma
Recensie: Jaarboek voor vrouwengeschiedenis Gendered Empire
Rosa de Jong