Artikelindex

Technologische ontwikkelingen

Rond 1700 waren er in Engeland gunstige omstandigheden voor ontwikkelingen in de techniek. De bevolking groeide enorm en daardoor was er veel vraag naar goederen. Er ontstonden grote bedrijven en fabrieken waarmee de boeren met kleine bedrijven niet konden concurreren. Zij vertrokken naar de steden op zoek naar werk. Het aantal fabrieken in en rond de steden steeg en hierbij de vraag naar katoen. Katoen was een vervanger van wol en had veel voordelen ten opzichte van wol. Het was goedkoper en zat lekkerder.
De ontwikkeling van machines maakte het mogelijk dat de groei van de textielindustrie door kon gaan. De industriële revolutie ontstond. In 1733 vond John Kay de snelschietspoel uit. Wat eerder door twee personen werd gedaan, kon nu één persoon dankzij deze machine doen. Een verbeterde versie kwam in 1764; Hargreaves vond de 'Spinning-Jenny' uit. Deze spinmachine werd met de hand aangedreven en had acht spoelen waardoor het zestien draden tegelijk kon spinnen. Een jaar later vond James Watt de eerste echte stoommachine uit. De fabrieken gingen al snel over op het gebruik van stoom. De 'waterframe' uit 1769 was een verbeterde versie van de 'Spinning-Jenny'. Deze machine kon veel meer draden aan en verving het werk dat tachtig spinster vroeger deden. Later werd de machine aangesloten op de stoommachine.

advertenties
Nieuwe materialen en technieken zorgden voor innovatie in de lingerie. Advertenties uit 1913 en uit 1924.
corset jaren 30
Korset uit de jaren 1930.

De Franse kleermaker Barthélemy Thimmonier zette in 1829 een 'naai-apparaat' in elkaar. De handbeweging van het naaien werd zo nagebootst en de productie flink opgevoerd. Halverwege de eeuw ontwikkelde Isaac Merritt Singer de ijzeren naaister. Dit apparaat haalde 300 steken per minuut. In 1893 stelde Whitcombe L. Judson de ritssluiting als iets nieuws tentoon op de wereldtentoonstelling in Chicago. De rits werd verbeterd en tot een goed en succesvol product gemaakt. Het product werd geïntroduceerd in de lingeriewereld. Het werd een oplossing voor het vastmaken van het corselet en veroorzaakte een revolutie in de onder- en bovenkleding.

stepins
Stepins uit 1920, 1930 en uit 1935.

Naast de uitgevonden machines, werden er ook nieuwe stoffen uitgevonden. Rond 1750 kreeg te textielindustrie al te maken met katoen.

Ook werden elastische materialen ontwikkeld, zoals lastex door het bedrijf de Dunlop Rubber Company. Het nieuwe materiaal werd onmiddellijk verwerkt in de lingerie. Er kwam een rekbare step-in en er kwamen verbeterde beha’s. Beide onderdelen werden gecombineerd tot corseletten. Het Amerikaanse bedrijf DuPont vond nylon in 1937 uit en vervolgens spandex.
De sterkere en lichtere stoffen waren soepeler. Het werd mogelijk om stevige, maar toch licht wegende korsetten te maken. Deze korsetten plooiden mee tijdens het bewegen. Een geweldige ontwikkeling, aangezien vrouwen gingen werken en meer aan sport deden. In de jaren zestig bracht DuPont lycra op de markt. Lycra is zweet-, vocht- en wasmiddelenbestendig. Daardoor werden corseletten en beha’s soepeler.