Het derde Historica-nummer van 2020 staat helemaal in het teken van LGBT-geschiedenis en dat levert een mooie waaier aan artikelen op: over de Gentse Studentenwerkgroep Homofilie (Karen Vervaet) en het LGBT-activisme in de feministische boekhandel De Heksenketel / Savannah Bay (Marijke Huisman), over lesbish ouderschap in België in de jaren 1980 ( Tinne Claes) en de homoseksuele representatie in AIDS-preventiemateriaal in Nederland (Lex van Rens), over de homoseksuele stad in de 19de eeuw (Anke De Cock) en seksuele gerichtheid in de Nederlandse Grondwet (Joke Swiebel). Voor genderview sprak Jonas Roelens met Theo van der Meer (Meertensinstituut), die gespecialiseerd is in de geschiedenis van homoseksualiteit.

Zoals steeds staat deze genderview volledig online.



L’ignoble affaire de la Pinte Rouge. Een verkenning van de homoseksuele stad in de late negentiende eeuw

Op 1 mei 1882 berichtte de krant l’Opinion in de rubriek Affaires Judicaires d’Anvers over de veroordeling van vier mannen voor feiten die zich twee jaar eerder hadden afgespeeld in de Antwerpse herberg la Pinte Rouge. Er werden effectieve gevangenisstraffen uitgesproken: de eigenaar kreeg een jaar cel, zijn twee klanten enkele maanden. Enkel de ober van de herberg werd vrijgesproken. Maar wat waren de feiten waarvoor ze terechtstonden? L’Opinion beschreef hun misdrijven als faits contre nature, een eufemisme voor homoseksuele activiteiten. De casus van la Pinte Rouge geeft ons een zeldzame inkijk in het leven van mannen die seks hadden met andere mannen in Antwerpen aan het einde van de negentiende eeuw.

Anke De Cock


‘Emancipatie van de mens’. LGBT-activisme in feministische boekhandel De Heksenkelder / Savannah Bay

Midden jaren zeventig namen de toenmalige geliefden Sylvia Bodnár en Dorelies Kraakman het initiatief voor de eerste feministische boekhandel in Nederland: De Heksenkelder in Utrecht. Die bestaat tot op heden, zij het sinds 1984 onder de naam Savannah Bay. De winkel heeft nu een centrale functie in de lokale LGBT-gemeenschap, maar de breuk met het feministisch verleden is minder radicaal dan vaak gedacht wordt. De door de oprichtsters beoogde ‘emancipatie van de mens’ ging niet enkel om sekse, maar minstens zo veel over seksualiteit en kleur.

Marijke Huisman


De universiteit als haard van verzet: De Gentse Studentenwerkgroep Homofilie (1969-1977)

In 1969 richtte een groepje Gentse studenten de Gentse Studentenwerkgroep Homofilie (GeSWH) op. Aan de hand van mondelinge getuigenissen schetst dit artikel de geschiedenis van deze bijzondere studentengroep. Hun verhaal is illustratief voor de uitdagingen en interne tegenstellingen tussen reformisten en radicalen waar heel wat homobewegingen tijdens de jaren zeventig mee worstelden: wordt homo-emancipatie en -acceptatie het snelst bereikt via assimilatie of via provocatie?

Karen Vervaet

 

“Moeder de vrouw is homofiel”. Lesbisch ouderschap in België in de jaren tachtig

In 1981 klopt een lesbisch koppel aan bij Paul Devroey van de Vrije Universiteit Brussel. Ze willen samen een kind en hebben gehoord dat hij mensen helpt om met donorzaad een gezin te stichten. Het is het begin van een omwenteling. Tot dan toe zijn de meeste lesbische vrouwen met kinderen moeder geworden in eerdere, heteroseksuele relaties. Soms verliezen ze de voogdij tijdens een (v)echtscheiding. Maar nu lesbische koppels toegang tot donorinseminatie verkrijgen, is een kind niet langer noodzakelijk een overblijfsel uit een heteroseksueel verleden. Een lesbisch gezin wordt een bewuste keuze, waar weliswaar sperma, maar geen man, voor nodig is. Wat zijn de gevolgen hiervan voor de betekenis van lesbisch ouderschap, en voor ideeën over ouderschap in het algemeen?

Tinne Claes

Aidspreventie en de homoseksuele man. Aids, lichaam en homoseksualiteit in Nederland 1983-1993

De geschiedschrijving over aids in Nederland richt zich over het algemeen op de samenwerking tussen gezondheidsorganisaties en de homobeweging vanaf 1983. De productie van preventiemateriaal die uit deze samenwerking voortkwam is daarentegen nog nauwelijks bestudeerd. Dit artikel kijkt naar de impact van aids op homoseksuele representatie in het preventiemateriaal gericht op homomannen en plaatst dit in een langere ontwikkeling van homoseksualiteit en lichamelijkheid. Naast het argument dat de campagnes de homogemeenschap een vorm van zelfexpressie op geheel nieuwe schaal boden, wordt beargumenteerd dat het lichaam een centrale plaats innam in homoseksuele identiteitsvorming.

Lex van Rens


Seksuele gerichtheid in artikel 1 van de Nederlandse Grondwet. De geschiedenis van een symbolisch strijdpunt

De juridische gelijkstelling van homoseksuelen in Nederland begon in 1971 met de afschaffing van het discriminerende artikel 248bis Sr. In 1994 werd na een lange strijd de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) aangenomen, inclusief (hetero- en) homoseksualiteit als non-discriminatiegrond. In 2001 volgde de openstelling van het huwelijk voor paren van hetzelfde geslacht. De juridische gelijkstelling van homoseksualiteit in Nederland leek daarmee voltooid. In het begin van deze eeuw kwam echter een volgende eis op: neem homoseksualiteit of seksuele gerichtheid op in artikel 1 van de Grondwet dat nu stelt: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.”

Joke Swiebel


/ Genderview /

Theo van der Meer: moderne opvattingen gevormd door de geschiedenis van homoseksualiteit

Theo van der Meer is een internationale autoriteit op het vlak van homogeschiedenis. Na een periode als actief bestuurslid bij het COC (de belangenvereniging van LGBTI in Nederland) ging Van der Meer aan de slag bij de Vrije Universiteit van Amsterdam (VU), waar hij zich wijdde aan een proefschrift over het ontstaan van homoseksualiteit in de vroegmoderne tijd. Postdoc-posities in Chicago en San Francisco werden opgevolgd door onderzoeksprojecten aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) en het Meertensinstituut. Hij werkt nu aan de voltooiing van een biografie van Piet Meertens, oprichter van het naar hem genoemde instituut en als Anton Beerta protagonist in de zevendelige roman van Han Voskuil, Het Bureau. Na meer dan dertig jaar onderzoek is Theo van der Meer een wandelende encyclopedie over de geschiedenis van homoseksualiteit in Nederland.

Lees hier het gesprek dat Jonas Roelens met hem had.