Rebelse schrijfsters in de Franse letteren

In het voorwoord maakt Margot Dijkgraaf duidelijk waarom zij de tien schrijfsters in Zij namen het woord “rebels” noemt: “Rebels zijn ze vooral vanwege hun literaire werk, niet vanwege hun gedrag of hun levensstijl. Het gaat me om wat ze hebben veranderd in de literatuur, om de revoluties in onderwerp, denkbeelden, in stijl of aanpak.”[10] Deze brede definitie, wellicht ingegeven door het thema ‘Rebellen en dwarsdenkers’ van de Boekenweek, zingt als een basisthema door het boek.


/ Fia Dieteren /

Literair werk en levensstijl
Misschien maakt Dijkgraaf het zich onnodig lastig door expliciet onderscheid te maken tussen literair werk en levensstijl. Het is begrijpelijk waarom ze dat doet: in biografieën van deze auteurs kreeg hun werk vaak minder aandacht dan hun levensstijl. Denk aan het imago van de pijp rokende George Sand, de scandaleuze Colette en de decadente Françoise Sagan. Maar ook Dijkgraaf kan er niet omheen, dat bij haar personages werk en leven nauw met elkaar verbonden zijn en dat het leven essentieel is voor het werk. Niet toevallig signaleert zij een gemeenschappelijke karaktertrek: “doorzettingsvermogen, een harnas, een soort onverstoorbaarheid die hen in staat stelt kritiek, aanvallen – veroorzaakt door hun werk, maar zeker ook door het feit dat ze vrouw zijn – naast zich neer te leggen.” [12] Wie daar oog voor wil hebben, ontkomt er niet aan om het ook over levensstijl en gedrag te hebben.

‘Pollénisation’
Wie na dit voorwoord nieuwsgierig is naar de portretten, wordt niet teleurgesteld. Van Madame de Sévigné, die haar brieven niet publiceerde en dus als een rebel à contrecoeur gezien moet worden tot Lydie Salvayre, voor wie woede over de maatschappij de motor is van haar schrijverschap, alle hoofdstukken geven een indringend beeld van leven en werk van de schrijfster. Ze zijn prima afzonderlijk te lezen, maar wie ze allemaal leest, ziet wat Dijkgraaf “pollénisation” [15] noemt; hoe de vroegere schrijfsters als stuifmeel de latere inspireerden.

George Sand, Simone de Beauvoir en Francoise Sagan zijn wellicht bekender dan Nathalie Sarraute en Annie Ernaux; toch raakt het boek niet uit balans. Dat komt door die “pollénisation” en doordat Dijkgraaf de bekendere auteurs op een verrassende manier presenteert. Knap, hoe zij in twintig pagina’s de ideeën van Madame de Staël zo doordringend neerzet, dat de lezer aan het denken wordt gezet over de combinatie van Verlichting en Romantiek. En beeldend hoe ze de vele kanten van George Sand belicht met Sands huis in Nohant als centrum. Een nieuwe kijk op het werk van De Beauvoir, kreeg ik door Dijkgraafs aandacht voor haar latere oeuvre. De vergelijking met andere vrouwelijke auteurs uit de wereldliteratuur, zoals in het hoofdstuk over Maryse Condé – zij wordt vergeleken met Toni Morrison – had wel in meer hoofdstukken gepast.

Feminisme
Dijkgraafs uitgangspunt dat alle geportretteerden iets veranderd hebben in de Franse literatuur – en dus ‘rebels’ waren - komt regelmatig terug, maar de manier waarop is soms geforceerd. Dat Ernaux’ romans personages presenteren, in wie vrouwen zich kunnen herkennen is één, maar het gaat mij wat ver om te concluderen dat zij daarmee verandering bracht in de literatuur, waarin “De grote mannelijke auteurs […] zelden personages geschapen [hebben], waarin vrouwelijke lezers zich kunnen herkennen.”[212] Ook haar constatering dat deze schrijfsters het liefst met een boogje om de term feminisme heen lopen, had Dijkgraaf meer tegen het licht kunnen houden. Zeker, veel rebelse schrijfsters gaan niet op de barricaden, maar als Ernaux zegt te vechten “voor een andere visie op de vrouw en de maatschappij” [214] lees ik een feministische boodschap. Dijkgraaf gaat niet met haar in discussie.

Waarom juist deze tien een plaats kregen in het boek, zegt Dijkgraaf niet. Zij kent ongetwijfeld meer rebelse Franse schrijfsters. Duidelijk is dat Dijkgraaf ‘iets heeft’ met hun werk; in het bijzonder met dat van Nathalie Sarraute. Dijkgraaf neemt je mee in haar persoonlijke leeservaring van haar werk. Dat werkt zo aanstekelijk, dat je zelf ook iets van Sarraute wilt gaan lezen.

Zij namen het woord is informatief, inspirerend en goed geschreven. Een prima startpunt voor wie meer wil weten over vrouwen in de Franse literatuurgeschiedenis. Ik kijk uit naar een vervolg met meer hedendaagse auteurs.


Margot Dijkgraaf, Zij namen het woord. Rebelse schrijfsters in de Franse letteren (Atlas Contact. Amsterdam/Antwerpen 2020) 237 pagina’s

Fia Dieteren doet biografisch onderzoek naar Nederlandse schrijfsters uit de negentiende en twintigste eeuw.