Tussen dagboek en autobiografie: karakterschets en levensgeschiedenis

Wat begint als een terugblik op de kindertijd van de jonge Belle van Ittersum (1783-1809) die graag een waarheidsgetrouw beeld van haar karakter wil geven, inclusief de zwakke punten, wordt in het Franstalige dagboek dat erop volgt een weergave van een vaak niet al te vrolijk leven. Haar moeder sterft als Belle twee jaar oud is. Vervolgens wordt ze opgenomen door haar oma van moederszijde en een kinderloze tante. Haar vader, die een militaire functie heeft, ziet ze in die tijd nauwelijks. Opgegroeid tussen volwassenen geniet ze van bezoeken aan neefjes en nichtjes. Sociale conventies dwingen haar afstand te bewaren tot mensen die niet tot de adel behoren, zoals het huispersoneel. Aanvankelijk leven ze in luxe in het door haar oma gehuurde Burmaniahuis in Leeuwarden. Haar tante geeft haar les aan huis vanuit de gedachte dat de leergierige Belle geen blauwkous of savante moet worden.


/ Marie-Christine Engels / 

Na de dood van haar oma is de tijd van weelde voorbij. Kleiner wonen brengt een tijd soelaas. Als verzoeken om meer kostgeld van haar tante geen gehoor vinden gaat Belle op haar vijftiende tegen haar zin bij haar vader wonen op de havenzate Het Relaer, tussen Heino en Raalte. Als prinsgezinde heeft hij afscheid genomen van het leger. Levend van pachtopbrengsten probeert hij te besparen. Al gauw schrijft Belle over winterhanden. Warme kleren heeft ze weinig. Daarnaast maakt ze zich herhaaldelijk ongerust over het uitblijven van haar ongesteldheid, wat het vinden van een goede partij in de weg zou kunnen staan. Ze vult haar dagen onder meer met zelfstudie, hopend op uitstapjes.

Jongvolwassenheid en huwelijk: het beeld van Belle zelf en dat van haar man
Schaken en praten over studieonderwerpen met de gouverneur (huisonderwijzer) van het enig kind op een nabijgelegen havenzate bevalt haar goed. Deze Vidal zou van verarmde Franse adel zijn en komt uit Maastricht. Net als de vader van Belle heeft hij de legerdienst vaarwel gezegd. Met twijfels over zijn herkomst en zonder fortuin is hij geen geschikte partij voor Belle. Aanvankelijk ziet ze hem ook eerder als oudere vriend en leermeester, die haar belangstelling voor wiskunde, geografie en geschiedenis deelt. Een aanbidder, weliswaar aantrekkelijk,  maar zonder goede vooruitzichten, wijst Belle af omdat hij niet erudiet genoeg is. Ze begint Vidal in het geheim te ontmoeten, wat al gauw tot gepraat leidt.

Na veel heen en weer mogen ze zich verloven. Eenmaal getrouwd hebben ze te weinig geld om een eigen huishouding op te zetten. Pogingen van Vidal om een baan te krijgen die daar verbetering in brengt mislukken steeds. Eerst trekken ze naar Maastricht. Belle, inmiddels vijf maanden zwanger, amuseert zich, leest, studeert en tekent. De bevalling blijkt echter zwaar en het leven op een gemeubileerde huurkamer niet gemakkelijk. Ze vertrekken naar Kleef dat goedkoper zou zijn. Daar sterft Belle’s dochtertje amper tien weken oud. Belle denkt al gauw weer zwanger te zijn en in juli te moeten bevallen. Dat blijkt een forse misrekening: haar zoontje wordt pas in december geboren. Belle schrijft over een zware zwangerschap en dat ze last heeft van zenuwtoevallen. Het dagboek stopt twee maanden voor haar dood.

In Vidals nawoord voor zijn zoontje schrijft hij al te vermoeden dat Belle pas veel later zwanger was geworden. Ze blijkt bij de geboorte van haar dochtertje een totaalruptuur te hebben gehad die haar incontinent maakt. Tijdens haar tweede zwangerschap probeert hij haar daarom zoveel mogelijk afleiding te bezorgen. Belle zelf treedt niet in details. Schaamte kan zeker een rol hebben gespeeld. Een dag of elf na de bevalling slaat de koorts toe en blijkt haar kwaal verergerd. Vidal liet op het nawoord een beknopte biografie volgen, waaraan hij tussen 1815 en 1820 werkte.  Hij suggereert dat hij aanvankelijk eerder medelijden had met de veel jongere Belle op het koude en tochtige Relaer en dat hij zorgt dat ze zich beter en warmer kan kleden. Belle waardeert hun kortstondig geluk, maar haar laatste levensjaren zijn zeker niet gemakkelijk geweest. Het nawoord maakt nieuwsgierig welk beeld het lezen van de in 1997 gepubliceerde uitgave van Vidals raadgevingen aan zijn zoon oproept.

De insteek van Greddy Huisman
Historicus Greddy Huisman raakte in het leven van Belle van Ittersum geinteresseerd doordat ze een op historische bronnen gebaseerde roman van een vergeten schrijfster had gelezen waarin informatie uit Belle’s dagboek was verwerkt. (Belle’s oom is daarin één van de hoofdfiguren.) Dat Huisman eerder over Lite Engelberts (1880-1929) had gepubliceerd blijkt slechts uit de lijst met geraadpleegde literatuur. Ze kiest voor een literair-historische insteek. Wat haar keuze uit de verschillende bronnen bepaalt komt wellicht daarom amper aan bod. Een notenapparaat ontbreekt bovendien. De informatie over achtergrond van Vidal, die duidelijk binnen een andere sociaal-culturele context is opgegroeid, is daarnaast summier. Huisman lijkt nieuwsgieriger naar de boeken die Belle las of, gezien haar prinsgezinde achtergrond, misschien verkoos om niet te lezen. In de chronologisch opgebouwde hoofdstukken is enige achtergrondinformatie verwerkt en verschillende bijlagen bieden informatie over de betrokken families en havenzaten in de Bataafs-Franse tijd in Friesland en Overijssel.

Met de oogst van verschillende inventarisatieprojecten van egodocumenten is het mogelijk na te gaan of er voldoende vergelijkingsmateriaal te vinden is dat kan bepalen in hoeverre Belle’s verhaal representatief is voor het leven van jonge meisjes met een soortgelijke achtergrond. Ook vanuit een medisch-historische invalshoek kan haar levensverhaal interessant zijn.


Greddy Huisman, Zie hier mijn karakter. Dagboek van Margaretha Isabella van Ittersum (1783-1809) (Philip Elchers, Deel 17 reeks Adelsgeschiedenis, Groningen 2019), 253 pagina’s.

Marie-Christine Engels is historisch onderzoeker en archivaris, werkzaam bij het Stadsarchief Rotterdam als coördinator Informatiedienstverlening. Daarnaast is ze redacteur van Historica.